Haargroei is genetisch bepaald en afhankelijk van leeftijd, ras en hormonale factoren. Nadat een haar is aangemaakt in het haarzakje duurt het maanden of jaren voordat deze uitvalt. Na een rustperiode groeit er uit het haarzakje weer een nieuwe haar. Slechts een deel van de hoeveelheid haren die we hebben is dus zichtbaar. Als het na het epileren of harsen lijkt of de haar al na een week weer terugkomt, gaat het in werkelijkheid om een andere haar die er precies naast groeit.

Onze genen en onze hormonen bepalen waar er op het lichaam haar verschijnt. Ze bepalen de hoeveelheid en de dikte van de haren en uiteindelijk dus of we licht of zwaar behaard zijn.

Overbeharing is voor een deel dus erfelijk bepaald. Bij hirsutisme spelen daarnaast hormonen een belangrijke rol. Meestal is de oorzaak een te hoge gevoeligheid van de haarzakjes voor het hormoon dihydrotestosteron. Dit hormoon wordt gevormd uit het mannelijk hormoon testosteron dat bij vrouwen onder andere in de eierstokken wordt aangemaakt. Onder invloed van dit hormoon worden de aanwezige haren dikker en donkerder en dus beter zichtbaar. Het kan ook zo zijn dat er te veel mannelijk hormoon in het lichaam komt doordat de eierstokken een te veel hiervan aanmaken. De hormoonbalans is dan verstoord, dit kan verschillende oorzaken hebben:

• De puberteit
• De overgang
• Het polycysteus ovarium syndroom
• Een tumor of andere afwijking in de bijnier(en) of eierstok(ken)
• Bijwerkingen van bepaalde geneesmiddelen.

Zowel hypertrichose als hirsutisme kunnen zonder onderliggend ziektebeeld bestaan: de beharing betreft een variatie van de normale haargroei.